Reeds enige tijd gebruikt Hilde Goossens oude magazines als drager voor haar werk, waarbij zowel een deel van het oorspronkelijke tijdschrift zichtbaar blijft, maar andere delen worden overschilderd en krijgen zo een nieuw beeld mee. In deze context sluit dit schilderproces aan bij de antieke term van het palimpsest waarbij oorspronkelijk de bovenste laag van het perkament werd afschraapt zodat het opnieuw kon beschreven worden. In haar optiek vormen deze bewerkte tijdschriften echter de picturale uitkomst tot de creatie van een nieuwe publicatie in de vorm van een kijkboek of een coffee-table-book. Tussen zijn en schijn laveert deze beeldtaal die ze dan ook bewust de titel Fake heeft gegeven en diverse associaties oproept. Kunst is bij uitstek dat spel tussen schijn en waarheid. Langs de ene kant is er de kunstenaar die in staat is een schijnwereld te scheppen die er net echt uitziet, langs de andere kant is er de beschouwer die pas begrijpt wat hem geboden wordt, als hij zich laat meeslepen in fictie, in verbeelding. Kunst functioneert als een soort pharmakon, een drug die heil brengt maar ook verdooft, die de aandacht aanscherpt maar tegelijk ook afleidt, in herinnering roept en doet vergeten. Herinnering en vergeten, feit en droom, leven en dood, een paradox die samengebracht wordt in het kunstwerk. En dit koorddansen doet een kunstenaar in quarantaine: Hilde Goossens blijft in haar atelier, leest haar eigen fake newsmagazine, plaatst deels beelden over beelden, flirt met schijn en werkelijkheid.