Houdt keramist Rudy Burm een schetsboek bij, net als zijn collega-kunstenaars: tekenaars, schilders en beeldhouwers? Wellicht, maar dan eerder in de vorm van een notitie- of dagboek waarin hij proefondervindelijke experimenten noteert, stooksels met de gas- of houtoven, opbouw-, kleur- en baktechnieken, materieel-tactiele eigenschappen, temperatuurcurves en tijdschema’s van glazuurproefplaatjes … veelal afwisselend met foto’s en knipsels van grote voorbeelden uit de kunstgeschiedenis, toegangskaarten van bezochte tentoonstellingen en folders over keramisch materiaal. Losse papiertjes, post-it-blaadjes en kleine kaartjes met wat krabbels, berekeningen en formules, alles veilig verzameld en opgeborgen in een oud atomaschriftje. Sporadisch stuit je op een schets van een potobject of komvorm. Waarom zo? luidt dan de vraag. Het antwoord is overduidelijk bij het betreden van zijn atelier. Zijn echte en belangrijkste schetsboek is eigenlijk een monumentaal kunstwerk op zich, een environment dat zich openbaart als een wandmozaïek vol tientallen kleurglazuurplaatjes, genummerd, benoemd, becijferd. Een schat aan informatie die hem onmiskenbaar helpt bij de creatie van zijn keramische potstructuren.
Een pot is het fraaie resultaat van de samenwerking tussen hand, geest, werktuig en grondstof, schrijft criticus Jaak Fontier in de kunsthistorische inleiding van Keramiek in Vlaanderen (Lannoo, pag. 43). Deze uitspraak betekent voor Rudy Burm de onontbeerlijke uitdieping van een eeuwenoude traditie – pottenbakkerskunst – waarbij het fundamentele één-zijn van handelen en denken, vormen en vinden zijn beweegreden en ultieme artistieke beleving vormt. Als geen ander beschikt Rudy Burm over deze gave, of zeg ik liever, dit talent. Doch de wispelturigheid van klei en vuur kennend, beseft ook hij dat perfect handwerk alleen onvoldoende is om in dit medium het label kunst te claimen. Naast de fysische beleving en de broodnodige technische bagage zijn de innerlijke drijfveer, experimenteerlust, innovatie en originaliteit de sterke pijlers die zijn creativiteit schragen: een pot- of komvorm die sterk appelleert aan ons verlangen naar essentiële en spirituele schoonheid. Zijn verworven ervaring en kennis maken verdere discussie overbodig. In zijn atelier vind je inderdaad geen stapels schetsen of ontwerpen, omdat de klei als materie zelf het verhaal moet vertellen. Een verhaal dat qua materie en techniek traditioneel tot de wereld van het kunstambacht behoort, maar door Burms handen en geest een plastische identiteit toegemeten krijgt. Potstructuren die genoeg hebben aan het pot-zijn op zichzelf, die de illusie van duurzaamheid uitstralen, die in hun sacrale soberheid het etiket kunst dubbel en dik verdiend hebben.
Freddy Huylenbroeck│Hamme, 2020-12-20