Enkele markante bladen uit het vroege oeuvre van de beide grafici vormen het uitgangspunt van deze boeiende dialoog in zwart-wit waarin het beeldend denken centraal staat. Beide kunstenaars voeren een voortdurend spel op tussen uitersten, tussen open en gesloten, tussen symmetrie en dissymmetrie, tussen leeg en vol. Tekenen heeft hier te maken met een streven naar essentie en onthechting, met het creëren van een immateriële gewaar- en bewustwording. De sensibele schriftuur leidt de blik van de beschouwer veelzeggend rond in een aftasten van een sfeer, van een sacraal samen-zwijgen. Kamermuziek voor het oog.