Herman Claus in de Rotahoeve

 

Observeren, analyseren en daarmee componeren: Herman Claus’ ABC van het tekenen. Voor alles is Herman Claus de tekenaar van de mens. Hij vindt het de moeite overwaard om de schoonheid te releveren van een kinderportret, van een weelderige haardos, van een vastgesnoerd korset, van een donzige veer, van de dansende voeten van de ballerina of zelfs van de weemoedige ogen van een schaap. Ook daar waar de aftakeling haar werk heeft gedaan, puurt hij naar schoonheid.

Die schoonheid van één dag, van één moment wil hij herinneren op het papier. Het is een bewust exploreren van iets wat vandaag eigenlijk niet meer aan de orde is in de kunstbeleving, met name de bewondering, de verwondering. De plasticiteit in de tekeningen van Herman Claus toont op overtuigende wijze de geraffineerdheid aan waarmee de kunstenaar het potlood hanteert. Zonder twijfel is l’esprit de perfection, de onderhuidse spirit in het huidig werk toegenomen. Vakmanschap is tenslotte meesterschap: geen ijdel begrip in Hermans plastisch vocabularium.

Freddy Huylenbroeck