De intimiteit van het schetsboek - Hilde GOOSSENS

 

Jubel weiβ, und Sehnsucht is geständig, -
nur die Klage lernt noch; mädchenhändig
zählt sie nächtelang das alte Schlimme.

De dichter Rainer Maria Rilke (1875-1926) is in dit fragment aan het woord. In deze derde strofe van het achtste sonnet uit de bundel Die Sonette an Orpheus (1922) markeert hij zijn visie op de moderne mens die geroepen is zichzelf te overschrijden vanuit een nieuw horen naar de dingen om hem heen. De versregels ontsluiten een taalbeeld dat de uitersten die de mens in zich meedraagt als collectief erfgoed, als aangeboren patronen van de menselijke psyche, verdedigt en met elkaar verzoent. Fascinans et tremens, het vuur dat voor hem koestert en verschroeit, bespeelt het dubbele bereik van leven én dood, van tijd én eeuwigheid, van liefde én pijn. Net als in de klassieke mythe van Orpheus en Eurydice gaat Rilke op zoek naar de mythische kracht, naar diezelfde uiteindelijke waarheid die de mythe ons wil bieden. Lofzang en euforie hellen hier misschien naar opschepperij en zelfverheerlijking, maar het verlangen om zich te bewijzen – de actie, de creatie – voedt de archetypische geladenheid van het verhaal: creatieve trots en artisticiteit die hem de kans bieden tot authentieke vrijheid te komen, zijn eigen werkelijkheid te scheppen, over weeklaag en melancholie heen, vertrekkend van de eigen ervaringswereld.

In deze context heb ik mij afgevraagd of ik die authenticiteit eveneens terugvind in het eigentijdse werk van de kunstenaars van het idCollectief. De impact van de coronamaatregelen maar vooral de op-hok-plicht die ons al een tijdje terroriseert, duidt voor mij zowel op kwetsbaarheid als op intimiteit. De werkplaats, het atelier, de schrijf- of tekentafel, de schildersezel, … verhouden zich in hun isolement als intieme ruimte, als broedplaats om creativiteit en artisticiteit de ultieme kans te geven zich volop te ontplooien. Maar vooral het schetsboek stimuleert mijn uitgangspunt voor een nieuwe communicatie met de kijker; Het schetsboek zegt iets over de kunstenaar, hoe hij denkt en werkt, hoe hij de wereld bekijkt, herleidt, synthetiseert, naar zijn hand zet. Voor sommigen is het een soort dagboek waarin alle zielenroerselen worden vastgelegd, voor anderen een werkboek met aantekeningen, notities, krabbels en berekeningen, of voor weer anderen gewoonweg een boek met ontwerpen en voorstudies, uitprobeersels en experimentele vingeroefeningen: krabbels-voor-de-vuist weg als studie of pro memorie. Hoe dan ook, de intimiteit of kwetsbaarheid van het schetsboek toont ons perfect de persoonlijke zoektocht van een kunstenaar die voorafgaat aan het proces dat een eindresultaat soms aflegt. Het verduidelijkt inspiratiebronnen en de muze van een bepaald moment. Deze schetsen, aanzetten en getekende notities onthullen de directe gevoelens van de kunstenaar, geven veelal ook zijn twijfels en bedenkingen, zelfs zijn gebreken prijs. Wat de kunstgeschiedenis ons ondertussen bewezen heeft, is het feit dat deze schetsen vandaag volwaardig op zichzelf staan, als dagboekfragment of als autonoom kunstwerk. Vandaag heerst hieromtrent een nieuwe mentaliteit en zienswijze, die met de moderniteit werden ingeluid. Deze studies leveren mij tevens het bewijs dat een schetsboek niet per sé een bundel van papieren dragers met allerlei informatie hoeft te zijn. Het kan net zo goed een doos met kleischetsen zijn, met keramische glazuurproefplaatjes of met lapjes vilt, katoen en textiele spinsels. Misschien wel kartons voor glas-in-lood, proefplaatjes zink of koper voor etsen in aquatinten, of gewoonweg plaksels met verscheurde foto’s, knipsels en tekstfragmenten die een associatieve wereld blootleggen. Veelzijdigheid is troef en laat dit nu het label zijn van onze kunstenaarsvereniging.

Als Sinterklaasgeschenk openen wij vandaag een nieuwe reeks over de intimiteit van het schetsboek. Elke week toont een kunstenaar van het idCollectief vijf bladzijden uit zijn schetsboeken, een persoonlijke selectie, waardoor wij wellicht een ander en vooral minder voorspelbaar facet van de artiest leren kennen. Een kort commentaar plaatst deze bladen binnen de totaliteit van diens oeuvre. Want weet dat deze kleinoden over het algemeen niet bedoeld zijn voor het publiek. Als morgen terug het licht op groen gezet wordt en wij fysiek weer mogen samenkomen, zal de eerste tentoonstelling van het idCollectief integraal hieraan gewijd worden. Een video-opname van Hilde Goossens illustreert als eerste de nieuwe serie.